Vlampijpateliers eind mei leeg, maar wie draait er op voor de kosten?
Utrecht – De laatste drie onderhuurders van de Vlampijpateliers verlaten eind mei het pand en de beheerder gaat hen helpen bij de verhuizing. Dat is de uitkomst van een rechtszaak waarbij drie onderverhuurders en verhuurder tegenover elkaar stonden.
De onderhuurders zouden eigenlijk eind maart al weg moeten zijn, maar ze waren het daar niet mee eens. Het conflict leidt tot de rechtszaal waar de onderhuurders en verhuurder vandaag uiteindelijk tot een gedeeltelijke oplossing komen. De vraag is wie er voor de kosten opdraait.
De Vlampijpateliers in Utrecht zijn in slechte staat en er zijn al jaren plannen om het pand te renoveren. Afgelopen najaar bleek het pand er zo slecht aan toe te zijn dat de verzekering eventuele schade niet meer zou dekken. En dus besloot DePlaatsmaker de huurcontracten op te zeggen. Als er bijvoorbeeld brand zou uitbreken zou DePlaatsmaker namelijk aansprakelijk zijn voor de schade. “Die verantwoordelijkheid konden we niet dragen en dus hebben we deze beslissing genomen”, licht directeur Arna Notten toe in de rechtbank.
De gemeente Utrecht is eigenaar van de ateliers. DePlaatsmaker is een stichting zonder winstoogmerk die gebouwen huurt en verhuurt aan de creatieve sector. DePlaatsmaker is huurder van de gemeente en de kunstenaars zijn formeel onderhuurders.
Verhuizen
De onderhuurders horen eind november dat ze binnen drie maanden het pand moeten verlaten en dat komt hard aan. Sommige kunstenaars werken er al twintig jaar en het is niet makkelijk om in Utrecht nieuwe werkruimte te vinden. De kunstenaars krijgen wel voorrang bij panden die DePlaatsmaker verhuurt en uiteindelijk vinden alle zeventig atelierhouders een nieuwe werkplek of opslagplaats voor hun werk. Op drie kunstenaars na.
De drie overgebleven onderhuurders willen meer tijd om te verhuizen en zijn niet tevreden met het aanbod dat DePlaatsmaker doet. “Er worden ruimtes aangeboden die soms twee of vier keer zo duur zijn als mijn huidige huur”, zegt kunstenaar Sophia Anastasia. “Dat kan ik niet betalen.” Omdat ze al jarenlang haar atelier huurt is de prijs gunstiger dan de prijzen van de ateliers nu.
Het stuit de onderhuurders tegen de borst dat het pand leeggehaald moet worden, terwijl de renovatie pas in 2025 start. Tot die tijd geeft de gemeente Utrecht de organisatie Ad Hoc de opdracht om het leegstaande pand te beheren. Het plan is dat er een aantal mensen in het pand komt om kraak te voorkomen. “Gaat er dan iemand anders atelier houden in mijn atelier terwijl ik daar weg moet?”, vraagt Anastasia zich af. “Dan kan ik toch ook leegstandsbeheer doen?”
De rechter heeft begrip voor de frustratie van de kunstenaars. Maar DePlaatsmaker heeft geen invloed op het leegstandbeheer en aangezien zij geen huurcontract meer hebben met de gemeente Utrecht, moeten ze het pand leeg aan de gemeente opleveren. Zolang er onderhuurders in het pand zijn, is dat onmogelijk en is DePlaatsmaker aansprakelijk als er iets gebeurt. Daarnaast moet de stichting de energiekosten van zevenduizend euro per maand betalen. Daar willen ze zo snel mogelijk van af.
Afspraken maken
Om snel tot een oplossing te komen, stelt de rechter voor dat de partijen nog een keer samen tot een oplossing proberen te komen. “Probeer toch nog een beetje te kijken hoe jullie elkaar kunnen helpen”, zegt ze. Er wordt geschorst en op de gang van de rechtbank lopen de advocaten heen en weer tussen de partijen om te kijken of er afspraken te maken zijn. Het leidt tot de afspraak dat 31 mei het pand leeg is en dat er elk weekend een busje van DePlaatsmaker beschikbaar wordt gesteld om te helpen met verhuizen. De partijen gaan in gesprek met de gemeente Utrecht als eigenaar van het pand om een oplossing te zoeken voor de energiekosten en de aansprakelijkheid.
“Het is jammer dat de rechter erbij moet komen, dat vind ik heel zonde. Maar ik ben blij dat er duidelijkheid is en dat er nu een datum is”, reageert Notten na de zitting. Anastasia hoopte op nog iets meer tijd. “Dan was ik meer tevreden geweest. Ik vind het nog steeds te kort”, zegt ze. “Maar we moesten een gok nemen. Het was of dit of afwachten wat de rechter zou zeggen, maar die had ook kunnen beslissen dat we er volgende week uit moeten. Dat moet je tegen elkaar afwegen.”
Als de gesprekken over de kosten en aansprakelijkheid niet tot een oplossing leiden, moet de rechter mogelijk alsnog over deze zaak besluiten.
Tekst en foto : Hannah Cammeraat – RTV Utrecht